De Ontwikkeling van Baby naar Peuter

De ontwikkelingen die je baby allemaal gaat meemaken zijn er heel veel en natuurlijk heel leuk om bij te houden. Bij het ene kind gaan die ontwikkelingen net wat sneller dan bij het andere kind. Daar hoef je je natuurlijk niet druk over te maken. Jij zult tenslotte ook minder snel of juist sneller leren dan je partner, daar is iedereen verschillend in. De ontwikkelingen van je kleintje zijn natuurlijk heel leuk om te volgen, maar welke ontwikkelingen staan je allemaal te wachten? In deze informatieve tekst geven we je meer informatie wat je allemaal kunt verwachten en op welke leeftijden je dat kunt verwachten.

De verschillende soorten ontwikkelingen

Er zijn verschillende soorten ontwikkelingen die je baby allemaal gaat doormaken op verschillende soorten vlakken. We maken in deze tekst een onderscheid tussen:

  • De ontwikkeling die je baby naar peuter meemaakt op lichamelijk gebied
  • De ontwikkeling op het gebied van groei van je baby naar peuter
  • De ontwikkeling van zicht van je baby naar peuter
  • Het voedingspatroon van je baby naar peuter wat zich ontwikkelt
  • De motorische vaardigheden van je baby naar peuter wat zich ontwikkelt
  • De ontwikkeling van de taal van je baby naar peuter
  • De ontwikkelingen op sociaal gebied van je baby naar peuter

Zoals je ziet zijn er verschillende gebieden waarop je kindje allemaal gaat veranderen en dingen gaat leren. Elke ontwikkeling die ze meemaken, zijn een stapje in de richting van de persoon waarin ze uiteindelijk zullen uitgroeien. Let wel op, geef vooral je kind de ruimte om te leren en dingen te ontdekken. Zoals gezegd heeft ieder kind een eigen leercurve en manier waarop ze dingen ondernemen.

De ontwikkeling die je baby naar peuter meemaakt op lichamelijk gebied

De ontwikkelingen die je baby op lichamelijk gebied meemaakt gaan heel snel. Vaak zeggen mensen dat, ondanks de vermoeidheid, deze periode heel snel voorbij gaat. ‘Je bent alweer uit de luiers voor je het weet’, wordt veel gezegd maar blijkt wel een kern van waarheid te bevatten. Ook al lijkt dat waarschijnlijk niet als je er midden in zit. In dit stukje gaan we het voornamelijk hebben over de eerste tandjes, het slaappatroon van je kleine en de reflexen die je kleine heeft.

Eerste tandjes

Een mijlpaal die door vele ouders gevierd wordt! De eerste tandjes komen meestal door wanneer je kindje rond de vijf à zes maanden oud is. Je merkt het waarschijnlijk wel dat je kindje tandjes krijgt omdat ze in deze periode vaak een beetje zeurderig zijn, huilerig zijn maar ook rusteloos. Tandjes komen vaak in dezelfde volgorde door: als eerst de onderste snijtanden en vervolgens de twee middelste snijtanden aan de bovenkant. Met acht maanden zijn meestal alle snijtanden al wel doorgekomen.

Het slaappatroon

Je baby is volop in de groei en hierdoor heeft je kleine veel meer slaap nodig dan een volwassenen. Het is lastig om te bepalen hoeveel slaap je baby echt nodig heeft maar je kunt je wel aan de richtlijnen van het ‘wakker zijn’ houden. Is je baby twee weken oud? Dan kunnen ze vaak maar dertig tot vijfenveertig minuten wakker zijn voordat je kleine weer moe is. Van twee tot zes weken kan je kleine ongeveer een uurtje wakker zijn voordat hij/zij weer naar bed moet. Bij drie tot vijf maanden gaat dit richting de anderhalf uur. In de periodes ertussen doet de je baby overdag wat korte slaapjes en in de nacht langere slaapjes. Dit verschilt natuurlijk heel erg per baby.

Wanneer je baby zes maanden is doen ze ongeveer nog twee slaapjes overdag, vaak één in de ochtend maar ook eentje aan het begin van de middag. Bij veertien en achttien maanden is één middagslaapje meestal wel voldoende. Bij vier jaar valt dit middagslaapje ook weg mits je kind natuurlijk in de nacht voldoende rust krijgt.

Reflexen

Je baby heeft een aantal reflexen meteen na de geboorte. Die zorgen ervoor dat je baby kan overleven. De zoek- en zuigreflexen zijn het meest belangrijk voor je kleine. Deze reflexen zorgen ervoor dat je baby voeding binnen kan krijgen. Met het binnenkrijgen van voedsel, gaan we meteen door naar het slikreflex. Deze reflex zorgt dat je baby de melk (of ander voedsel) doorslikt. Gaat dit niet goed? Dan spuugt je baby het automatisch weer uit door het kokhalsreflex.

Ook heeft je baby na de geboorte meteen een loopreflex. Zou je de baby rechtop houden, dan zal hij/zij proberen om stapjes te zetten. Deze reflex verdwijnt echter snel weer. Ook heeft je baby een grijpreflex. Als je je vinger in het handje van je baby legt, zal deze meteen vastgrijpen. Als laatst heeft je baby ook nog het schrikreflex. Wanneer dit reflex gebeurd zal je baby zijn/haar beentjes en armpjes in de lucht houden en wijd strekken. De vuistjes zijn gebald en de teentjes zijn een beetje krampachtig. Dit kan geen kwaad, het gaat vanzelf rustig weer terug naar beneden.

De ontwikkeling op het gebied van groei van je baby naar peuter

De groeicurve van je kleine start vanzelf. Hier hoef je helemaal niets voor te doen, behalve dat je het natuurlijk in de gaten moet houden. DIt doe je samen met het consultatiebureau. Hieronder hebben we voor de jongetjes en de meisjes een tabel weergegeven. Groeit je kind in de curve richting de 0? Dan heb je weinig om je zorgen over te maken en volgt je kind de gemiddelde groei. Komt je kindje boven de rode lijn uit, dan kan je baby groter dan gemiddeld zijn. In dit geval krijgt hij/zij bijvoorbeeld te veel eten op een dag voor zijn gewicht. Komt je kindje juist onder de rode lijn bij de -2? Dan is je kindje vaak wat kleiner dan gemiddeld. In dit geval krijgen ze juist te weinig eten voor hun gewicht. Wanneer ze onder of boven de zwarte lijnen uitkomen, wordt het wel een gevarenzone. Dan moet je gaan bespreken wat je hier aan kunt doen om te zorgen dat je kind weer op gezond gewicht komt.

Groei Curve Jongens

Groeicurve Meisjes

De ontwikkeling van het zicht van je baby naar peuter

De eerste keer dat je baby je aankijkt, zul je waarschijnlijk niet snel meer vergeten. Maar vergis je niet, ze zien eigenlijk nog niet heel veel met die grote kijkers van ze. In dit stukje bespreken we de ontwikkeling van het zicht van je baby zodat je precies op de hoogte bent van wat er gaat gebeuren.

  • Van nul tot één maand:
    Een baby die net geboren ziet de wereld nog niet in kleur. Ze kunnen beweging, vormen en licht onderscheiden maar dat moet niet verder dan 20 tot 25 cm zijn. De ogen van een baby die pasgeboren is, zullen ook meer dwalen en kunnen zich nog niet echt focussen.
  • Van één tot twee maanden
    De dwalende ogen zijn er nog steeds maar het focussen gaat nu al iets beter. Ze beginnen nu ook al beter kleuren te onderscheiden. Zo worden geel, rood, oranje en groen steeds duidelijker en richten ze zich ook steeds meer op die kleuren.
  • Van drie tot vier maanden
    Dit is een cruciale fase in de ontwikkeling van het zicht. Het wordt scherper en ze kunnen nog meer kleuren onderscheiden. Het lukt nu ook steeds beter om te focussen op één bepaald punt en ze kunnen een object volgen zonder het hoofd te bewegen.
  • Van vijf tot zes maanden
    Weer gaat onderscheiden van flink beter. Ook zachtere kleuren worden nu beter herkend door je baby. Met zes maanden is de visus, wat wordt gebruikt als maatstaf voor de ogen, 0,8. De maximale score hiervan is 1,00 dus het komt al goed in de buurt van het zicht van een volwassene.
  • Van zeven tot acht maanden
    Het volgen van snelle objecten gaat weer beter en ook de hand-oog coördinatie verbetert aanzienlijk. Je baby kan nu wijzen naar objecten, vastpakken, volgen met zijn ogen en in zijn mond stoppen.
  • Van negen tot tien maanden
    Dit is de maand dat de kleur van de ogen van je baby hoogstwaarschijnlijk niet meer zullen veranderen. Alle baby’s hebben blauwe ogen bij de geboorte maar dat is nu bijgetrokken naar de kleur die ze zullen blijven. Het zicht is nu bijna perfect.
  • Van elf tot twaalf maanden
    Het gezichtsvermogen heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt en is nu perfect bij je kleine. Ze kunnen nu het verschil tussen dichtbij en veraf snappen en herkennen mensen op een afstand.

Het voedingspatroon van je baby naar peuter wat zich ontwikkelt

De eerste zes maanden zullen de maaltijden van je baby waarschijnlijk alleen maar bestaan uit fles- of borstvoeding. Hier kan je kleine alle belangrijke voedingsstoffen uithalen die hij/zij nodig heeft. Maar hoeveel voeding heeft je kindje ongeveer nodig? Wanneer ga je je wagen aan het eerste fruithapje? Hieronder lees je alles over de ontwikkeling van je baby op het gebied van voedingspatronen.

  • Pasgeboren baby
    Dit schema bestaat uit ongeveer zes tot acht voedingsmomenten per dag. Bij borstvoeding zijn zes tot acht momenten per dag voldoende. Geef je flesvoeding? Hou dan ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van het gewicht van je baby aan verspreid over 24 uur. Zie ook de bijsluiter die de babyvoeding heeft voor meer informatie.
  • Vanaf twee maanden
    Na twee maanden wordt het tijd om af te gaan bouwen naar ongeveer vijf à zes voedingen per dag.
  • Vanaf drie maanden
    Je houdt nog steeds de vijf à zes voedingen per dag aan maar je kunt nu ook wat fruit gaan geven.
  • Vier tot zes maanden
    Nu kun je gaan afbouwen naar vier voedingen over de hele dag en ook kun je beginnen met het geven van vast eten. Je kunt nog steeds borstvoeding bijgeven als ontbijt of lunch. Bij flesvoeding gaan ze nu over naar opvolgmelk. Voor het tussendoortje kun je nu een rijstwafel, broodkorstje, fruit of fruithapje geven. In de avond mag je baby als aardappelen, rijst, vis, pasta, ei, vlees en groenten geven. Dit eventueel in combinatie met borst- of flesvoeding. De babypotjes zijn ook zeer geschikt om te eten. Zorg er wel voor dat het eten zo min mogelijk zout bevat en kruiden. Je kindje kan dit nog niet zo goed verwerken omdat de nieren nog niet helemaal niet ontwikkelt zijn.
  • Vanaf tien maanden
    Met tien maanden stop je met de laatste voeding voor het slapen en eet je kindje bijna alleen maar vast voedsel.
  • Vanaf één jaar
    Nu ga je beginnen om je kindje uit een beker te laten drinken. Dit is goed voor de mondspieren van je kindje, wat ook weer zorgt voor een betere taalontwikkeling. Bovendien kan de fles ervoor zorgen dat de tanden scheef gaan staan of aangetast worden.
  • Vanaf dertien maanden
    Je kindje kan nu zelf proberen te eten met een lepel. Dit gaat natuurlijk samen met heel veel knoeien, maar keer op keer zal het weer beter gaan.

Let op dat je in het eerste jaar niet veel nitraatrijke groente geeft zoals rode bieten, bleekselderij, andijvie, sla, Chinese kool, spitskool of spinazie. De groenten die voor gasvorming zorgen kun je ook beter vermijden het eerste jaar zoals prei, kool en ui. Deze groenten kunnen voor nare darmkrampjes zorgen. Het eerste jaar mag je kleine ook nog geen honing. Het kan namelijk zijn dat er een bacterie in zit die zeer schadelijk voor je baby is.

De motorische vaardigheden van je baby naar peuter wat zich ontwikkelt

De motorische ontwikkelingen van je kleine worden beoordeeld met een speciaal schema. Dit heet het Wiechenschema. Dit schema geeft echter een gemiddeld beeld weer, dus als je kindje hierop wat achterloopt, is dat geen enkel probleem. Mocht het toch langer duren en wordt je zelf onzeker? Neem dan even contact op  met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hieronder geven we je per leeftijdscategorie een kleine opsomming.

  • Nul tot drie maanden
    • Hier hebben we het over de reflexen die we eerder besproken hebben, de schrik-, grijp-, en zuigreflexen. Dit is ook onderdeel van de motorische ontwikkeling.
    • Na ongeveer één maand kan je baby zijn/haar hoofdje optillen, een teken dat de rug- en nekspieren sterker worden.
    • Na ongeveer twee maanden kan je baby een zittende of halfzittende positie aan nemen. Ze trekken zich op met hun handen en vingers totdat ze goed zitten.
    • In de derde maand kunnen ze op de onderarmen leunen. Zo kunnen ze goed om zich heen kijken en zie je dat dat de nekspieren weer sterker worden.
  • Drie tot zes maanden
    • Je baby gaat zijn voetjes en teentjes in zijn mond proberen te stoppen.
    • Ze gaan alles pakken wat je kleintje ziet.
    • Je baby kan nu beter op schoot zitten maar je moet het hoofdje nog wel ondersteunen
    • Later kan je kleine ook zijn/haar armpjes leunen en gaan ze omrollen.
    • Het proefreflex treedt in werking. Je kleine stopt niet alleen meer zijn teentjes in zijn mond maar wilt graag alles in zijn mond stoppen. Ze willen letterlijk alles proeven. Zorg er dus voor dat er geen kleine voorwerpen rondslingeren zodat er geen verstikkingsgevaar ontstaat.
  • Zes tot twaalf maanden
    • De hand oog coordinatie verbetert flink en je kleine ziet alles wat beweegt en wilt ook graag alles beetpakken.
    • Ze gaan nu zelf hun koekjes eten.
    • Vanaf negen maanden kun je je kleine uit een beker laten drinken voor de ontwikkeling van de mondspieren.
    • Ze gaan meer gebaren zoals klappen of zwaaien om duidelijk te maken wat ze willen.
    • Vanaf zes maanden probeert je kleine te gaan zitten. Wanneer ze zelfstandig kunnen zitten, mogen ze mee achterop de fiets in een kinderzitje.
    • Gemiddeld vanaf negen maanden gaan kinderen staan.
    • Lopen gaat meestal vanaf elf maanden maar dit kan natuurlijk gerust later zijn bij jouw kleine. Het begint met kleine stukjes waarbij ze zich vasthouden aan dingen in de omgeving of je hand.
  • Ontwikkeling van één tot twee jaar
    De belangrijkste elementen van de motorische ontwikkeling liggen in deze leeftijd op het los leren lopen. Vanaf dertien maanden lopen ze meestal echt los. Schrik niet als dit met achttien maanden nog steeds niet zo is, ieder kind heeft zijn eigen fases. Vanaf anderhalf jaar kunnen ze met kinderbestek gaan eten om de echte fijne motoriek onder de knie te krijgen.

De ontwikkeling van de taal van je baby naar peuter

Het eerste woordje is voor de meeste ouders nog wel het meest spannende. Wordt het papa of juist mama? En wanneer komt dat eerste woordje nou precies? Hieronder hebben we weer een aantal fases uitgeschreven wanneer je wat kunt verwachten.

  • Vanaf vier maanden
    Je kleine krijgt interesse in andere om hem/haar heen. Het begint vaak met een aantal geluidjes die je kleintje maakt en hij/zij let dan op of iemand reageert. Op deze manier leren ze de aandacht te trekken van personen. Dit stimuleert om door te gaan met geluiden omdat er reactie op komt. Je kunt zelf ook veel doen om je kind te stimuleren. Praat bijvoorbeeld gewoon tegen je baby, of leg ze dingen uit. Zeg wie bepaalde personen zijn en vertel je kindje wat je doet als je bijvoorbeeld de luier verschoont.
  • Vanaf zes maanden
    Dit is de tijd waarin je kindje gaat brabbelen en er waar al heel veel mensen echte woordjes aan kunnen gaan hangen. Als je maar lang genoeg luistert naar het gebrabbel, kun je het vanzelf verstaan toch? Dit zal echter nog lastig zijn en je zult nog even moeten wachten.
  • Vanaf acht maanden
    Nu begint het echte communiceren. Je kindje ziet nu de verbanden tussen zijn/haar eigen gedrag en hoe jij daarop reageert. Ze gaan nu ook gebaren gebruiken zoals zwaaien, nee schudden en wijzen. Kinderen van deze leeftijd vinden simpele spelletjes zoals kiekeboe nu geweldig en ook liedjes met spannende bewegingen en geluiden doen het heel goed. Ook stimuleert dit in de ontwikkeling van de taal. Probeer of je je kind kunt begrijpen in deze tijd, dat maakt het allemaal ook weer een stukje makkelijker.
  • Vanaf ongeveer één jaar
    Eindelijk is het moment daar. Vanaf nu kan het zomaar zijn dat je het beroemde ‘eerste woordje’ gaat horen. Dit moment is natuurlijk anders voor ieder kind, sommige kinderen zeggen hun eerste woordje al met acht maanden, andere nemen er achttien maanden de tijd voor. Het is nu vooral van belang dat je het plezier van communiceren laat zien. Dit kan door lachen, aankijken, kiekeboe maar ook gekke bekken trekken. De ontwikkelingen gaat heel snel wanneer ze ongeveer vijftig woordjes kennen. Je kindje leert dan elke week wel tien nieuwe woorden. Vaak zijn de zinnen nog een beetje vreemd en hebben twee woorden maar het begin is er. Praat niet in peutertaal terug maar spreek de woorden goed uit zodat ze dit kunnen leren. Heel veel lezen werkt ook goed bij de ondersteuning van de taalvaardigheid.
  • Van twee tot drie jaar
    Op deze leeftijd gaan kinderen korte gesprekken voeren om bij te leren. Je zult zien dat de zinnen steeds langer worden en hij/zij gaat ook veel meer vragen stellen. Het tijdsbesef komt om de hoek kijken en ze kunnen ook tijd aanduiden. In deze fase worden nog steeds heel veel fouten gemaakt maar dat is absoluut niet erg. Als jij het goede voorbeeld geeft, neemt je kleine dat vanzelf over. Benoem voorwerpen of zeg wat je aan het doen bent om de taalkennis verder te stimuleren.
  • Van drie tot vier jaar
    Op deze leeftijd kunnen ze al langere gesprekjes voeren. Nu komen de ‘waarom’ vragen omdat je kindje steeds meer verbanden kan leggen. De cognitieve ontwikkeling gaat steeds beter. Ze blijven het heerlijk vinden om voorgelezen te worden en als je het verhaal na afloop samen na vertelt, verbetert dit weer de cognitieve en de taalontwikkeling.

De ontwikkelingen op sociaal gebied van je baby naar peuter

Als de sociale ontwikkelingen verbeteren leert je baby hoe hij/zij met andere mensen om moet gaan. Er valt een hoop te leren op dit gebied, zelfs volwassenen weten het niet altijd goed voor elkaar te krijgen! Er zijn verschillende factoren waar je kind van afhankelijk is. Dit is zowel de eigen persoonlijk als alle invloeden die van buitenaf komen.

  • Vanaf de geboorte
    Wanneer je kindje net geboren is, heeft het passief contact met de omgeving. Maak veel oogcontact, praat en knuffel voor een goede hechting met je kleine en ga actief contact maken met mensen in je omgeving. Je baby zal leren dat dit normaal is, ook al doen ze er nog niets mee. Je baby gaat vanzelf brabbelen om aandacht te krijgen en de kleine armpjes uitstrekken om te worden opgetild. Rond acht maanden leert je kindje mimiek begrijpen en de intonatie. Rond de negen maanden herkent je baby zichzelf in de spiegel en kan je kind bang worden om alleen gelaten te worden. Zodra de kleine door heeft dat je altijd weer terugkomt, gaat deze angst vanzelf weg.
  • Vanaf één jaar
    Vanaf nu gaat je kleine van alles uitproberen en ook grenzen op zoeken. Door de reacties van andere mensen leert je kleine wat wel en niet leuk gedrag is. Wanneer je kleine bijvoorbeeld met een ander kind samen speelt, leert het op de reactie van de ander wat ze wel en niet leuk vinden. Het contact kan af en toe nogal hardhandig lijken, maar het is wel heel goed voor de sociale ontwikkeling.
  • Vanaf twee jaar
    De leeftijd waarop ze alles zelf willen doen. Ze kunnen driftig worden, koppig zijn en je zult wat geduld hier en daar gaan verliezen door deze machtsstrijd. De fantasie gaat ook steeds meer leven en met rolspelletjes kun je je kind leren welk gedrag bij welke rol past. 
  • Vanaf vier jaar
    Vanaf deze leeftijd kan je kindje al goed omgaan met de kinderen om hen heen en die verwachtingen die gesteld worden. Ze leren zichzelf nog beter uit te drukken en kunnen beter reageren op een situatie die ze niet hadden verwacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *